Skip to main content

Derde Communiqué tussen ministerie en religieuze gemeenschappen kerkelijke protocollen leidend

In een overleg met minister Grapperhaus hebben het CIO (Interkerkelijk Contact in Overheidszaken), samen met de moslimkoepel (CMO), Hindoeraad en Boedhistische Unie een derde gezamenlijk communiqué afgestemd. De insteek bij dit derde communique is dat bij de bestrijding van de Covid19 epidemie de religieuze organisaties op basis van hun eigen protocollen kunnen blijven acteren.

De minister sprak complimenten en dank uit aan de religieuze organisaties dat zij in de   afgelopen maanden zeer prudent hebben gehandeld. Insteek is dat, mocht de pandemie weer aanwakkeren, maar ook nu, in religieuze gebouwen niet betreden worden door de overheid. De religieuze gemeenschappen zijn hiermee zelf expliciet verantwoordelijk voor de eigen gebouwen/locaties waar men bijeenkomt als geloofsgemeenschap.

In het communique wordt uitgesproken dat de religieuze gemeenschappen bij hun erediensten zich zoveel mogelijk zullen houden aan de richtlijnen van het RIVM  en deze zullen bevorderen bij hun achterban.

Ten aanzien van zingen in gemeenschappen komt er nog een nader advies van het RIVM. Hieraan wordt op dit moment gewerkt.


Gezamenlijk Communiqué (3)

Boeddhistische Unie Nederland, Hindoeraad Nederland, Contactorgaan Moslims en Overheid en Interkerkelijk Contact in Overheidszaken over versoepeling van de religieuze en levensbeschouwelijke bijeenkomsten.

Eigen verantwoordelijkheid bij het vieren van geloof is het nieuwe uitgangspunt nu de ingrijpende maatregelen rond het coronavirus sinds 1 juli versoepeld zijn.
Op 26 maart hebben de gezamenlijke religieuze organisaties in hun eerste communiqué opgeroepen tot matiging van de eredienst in verband met het Covid-19 virus. Toen het kabinet bekendmaakte dat samenkomsten van religieuze of levensbeschouwelijke aard per 1 juni, onder voorwaarden, weer mogelijk waren, stelden de religieuze koepelorganisaties een tweede communiqué op; het in behoedzaamheid vieren van geloof werd het nieuwe uitgangspunt. Nu per 1 juli een verdere versoepeling van bijeenkomsten aan de orde is, roepen de religieuze koepelorganisaties de bij hen aangesloten religieuze instellingen op tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid bij het vieren van hun erediensten.

De religieuze organisaties maken op verantwoorde wijze gebruik van hun grondwettelijk geborgde vrijheden om in eigen vorm hun levensovertuiging te belijden en daar invulling aan te geven in hun religieuze samenkomsten en andere (religieuze) activiteiten.

Binnen de huidige maatschappelijke context nemen zij daarbij voluit hun verantwoordelijkheid om maatregelen te treffen die nodig zijn om nieuwe grootschalige uitbraken van corona te voorkomen of te beperken.

De voorzitters van de Boeddhistische Unie, het Contactorgaan Moslims en Overheid, de Hindoeraad Nederland, en het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken hebben in goed overleg met de minister van Justitie & Veiligheid, die tevens verantwoordelijk is voor de erediensten, de volgende uitgangspunten opgesteld:

  1. De religieuze organisaties delen voluit de doelstellingen van het overheidsbeleid inzake de bescherming van de kwetsbare medemens en het voorkomen van overbelasting van de zorg. Deze doelstellingen zijn een blijvend punt van aandacht.
  2. De religieuze gemeenschappen zullen de naleving van de geldende richtlijnen (o.a. gericht op hygiënemaatregelen en de geldende afstandsnorm) ten behoeve van gezondheid, in eigen kring bevorderen.
  3. De religieuze organisaties hebben in het kader van de coronacrisis, uitgaande van de RIVM maatregelen, protocollen opgesteld die aansluiten bij de diversiteit aan overtuigingen en tradities. Deze protocollen zijn uitgangspunt bij de vormgeving van hun activiteiten. Op verantwoorde wijze worden de erediensten en de daarbij behorende rituelen weer opgestart en hervat.
  4. De religieuze koepelorganisaties zien uit naar verdergaande versoepeling van maatregelen die volgen uit de ontwikkelingen in de samenleving om op passende wijze samen te kunnen komen op de voor hen gebruikelijke wijze. Ze doen een beroep op de Minister van Erediensten om te blijven toetsen of de nog bestaande maatregelen proportioneel zijn en hierover te communiceren met afvaardigingen van de religieuze organisaties.
  5. De religieuze organisaties blijven beschikbaar voor overleg over aanvullende maatregelen in geval van acute dreiging voor de volksgezondheid.
    De hierbij aangesloten religieuze en levensbeschouwelijke gemeenschappen zullen de naleving van de richtlijnen van het kabinet en de bovenstaande uitgangspunten in eigen kring bevorderen.