Skip to main content

Bezuinigen op vormingsonderwijs is kortzichtig

Recent kondigde het kabinet aan om de wettelijke regeling voor bekostiging van het vormingsonderwijs te schrappen. Dat heeft veel bezorgde reacties opgeroepen, en terecht. Vormingsonderwijs wordt gegeven op verzoek van ouders en is een heel waardevol onderdeel van hun keuzevrijheid. Vakleerkrachten begeleiden op dit moment 50.000 leerlingen in levensbeschouwelijke en morele vraagstukken. Hierop besparen zou kortzichtig zijn en schadelijk: voor de keuzevrijheid van ouders, voor de aantrekkelijkheid van de openbare basisschool, en voor de levensbeschouwelijke ontwikkeling van deze leerlingen.

Wat niet helpt is dat over vormingsonderwijs drie belangrijke misvattingen bestaan. Een dominant idee is bijvoorbeeld dat godsdienstige of humanistische vorming al aan bod komt bij het burgerschapsonderwijs. Het tegendeel is waar. Burgerschapsonderwijs richt zich op het voorbereiden van burgers op hun actieve en respectvolle deelname aan een democratische samenleving. Ze leren er over de democratische rechtsstaat, democratische basiswaarden en rechten en plichten, en ontwikkelen sociale en maatschappelijke competenties.

Waar burgerschapsonderwijs dus maatschappelijk georiënteerd is, richt vormingsonderwijs zich op het begeleiden van leerlingen in de eigen levensbeschouwing. Opgeleide vakleerkrachten doen dat door levens- en zingevingsvragen te stellen vanuit de eigen tradities en waarden. Er zijn op dit moment vakleerkrachten in zeven levensbeschouwingen: Humanistisch, protestant-christelijk, islamitisch, katholiek, boeddhistisch, hindoeïstisch en joods.

Een ander misverstand is dat het zou gaan om onderwijs waarbij leerlingen kennis opdoen over verschillende wereldgodsdiensten. Godsdienstige of humanistische vorming wordt hier verward met het voor ieder kind verplichte kerngebied ‘Geestelijke stromingen’. Bij vormingsonderwijs gaat het niet om objectieve kennisoverdracht van feiten over de verschillende godsdiensten, maar om het vormen van een eigen levensbeschouwing.

Een derde belangrijk misverstand is dat ouders die willen dat hun kinderen les krijgen in hun eigen levensbeschouwelijke overtuiging daarvoor terechtkunnen bij het bijzonder onderwijs. Dat is lang niet altijd mogelijk. Voor veel levensbeschouwingen is de lokale gemeenschap veel te klein om een eigen school te kunnen stichten. Zij zijn dus aangewezen op de openbare basisschool in hun regio. Ook zijn er ouders die bewust kiezen voor de pluriformiteit van het openbaar onderwijs en tegelijk sterk hechten aan godsdienstige of humanistische vorming. Wanneer vormingsonderwijs zou verdwijnen, komt de keuzemogelijkheid van de openbare school voor deze groepen onder druk te staan.

Om een vruchtbaar debat te kunnen voeren over het vormingsonderwijs, is belangrijk om te begrijpen wat vormingsonderwijs wel is en wat de onmisbare waarde ervan is. Vormingsonderwijs begeleidt leerlingen, op verzoek van hun ouders, bij het vormen van hun levensbeschouwelijke identiteit. Ze krijgen daarvoor les van ruim 300 gespecialiseerde vakleerkrachten die de kinderen de ruimte bieden om te reflecteren op de normen en waarden vanuit de verhalen van hun eigen levensbeschouwelijke traditie.

Bezuinigen op vormingsonderwijs is een kortetermijnoplossing die de keuzevrijheid van ouders beperkt en de openbare school minder aantrekkelijk maakt. Dat is onverstandig en getuigt van weinig visie. De regering doet er goed aan deze voorgenomen bezuinigingsmaatregel en het schrappen van de onderliggende wet te heroverwegen en de waarde van vormingsonderwijs te erkennen als onderdeel van een goed aanbod op de openbare basisschool. Want juist daar waar iedereen welkom is, is het van belang dat de kinderen de ruimte krijgen zich te vormen vanuit hun eigen levensbeschouwelijke identiteit.

Esther van Vroonhoven is directeur-bestuurder van het Centrum voor Vormingsonderwijs. Dat zorgt op verzoek van ouders voor vakleerkrachten die vormingsonderwijs geven op openbare basisscholen. Die vakleerkrachten worden aangesteld in opdracht van de zendende instanties: BZI, CIO-O, CMO, HRN, HV, NIK en RKK. Zij zijn medeondertekenaar van dit artikel, net als tientallen vertegenwoordigers uit het levensbeschouwelijke, maatschappelijke en onderwijsveld.

Ondertekenaars vanuit de Zendende Instanties
Mardjan Seighali, voorzitter Humanistisch Verbond
Robbert Bodegraven, directeur Humanistisch Verbond
Ruben Vis, algemeen secretaris Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap
Michael Ritman, Boeddhistische Unie Nederland
Annelies van der Kolk, voorzitter van CIO-O, zendende instantie voor het PC GVO
Muhsin Köktas, voorzitter Contactorgaan Moslims en Overheid
Shivan Bhoendie, voorzitter Hindoe Raad Nederland
Mgr. J.W.M. Hendriks Bisschop van Haarlem-Amsterdam Bisschop-referent voor het Onderwijs, namens de Rooms Katholieke Kerk

Ondertekenaars vanuit het levensbeschouwelijke, maatschappelijke en onderwijsveld

Peter Stoter, algemeen secretaris Unie ABC
Piet Vergunst, algemeen secretaris Gereformeerde Bond
Dr. R. de Reuver, scriba van de Generale Synode van de Protestantse Kerk in Nederland
Jos Douma, voorzitter van de CRO, Commissie Relatie Overheid, van de Nederlandse Gereformeerde Kerken en voormalig Speciaal Gezant voor Religie en Levensbeschouwing van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
ds. A. Hakvoort, voorzitter Deputaatschap Contact met de Overheid van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland.
Ada van der Velden, Raad van Toezicht CvV
Willem Baumfalk, Raad van Toezicht CvV
José Bosma, Raad van Toezicht CvV
Henk Wilbers, Raad van Toezicht PC GVO
Wendy Braz, directeur Openbare Basisschool
Mark Buck, Verus
Hans Teegelbeckers, VOS ABB
Gerlinde Michels, CNV
Danielle Woestenberg, CNV
Hélène Jansen, AOB
Marianne Moyaert, Professor at the Faculty of Theology and Religious Studies, KU Leuven
Prof. Dr. Bram de Muynck, hoogleraar pedagogiek TUA
Gert Biesta, Professor of Education, University of Edinburgh, Scotland & Maynooth University, Ireland.
Wim Deetman
Karim Amghar, TV en radio presentator en programmamaker, schrijver, onderwijsprofessional
Boris van der Ham
Kamel Essabane, promovendus Radboud Universiteit
Erica Terpstra, voormalig staatssecretaris en kamerlid VVD
Tsering Jampa, voorzitter Tibet Support Group NL
Prof. dr. Bee Scherer, rector Boeddhistisch Seminarie, Vrije Universiteit Amsterdam
Dr. Lisette Bastiaansen, onderwijspedagoog
Aroen Ramdas, voormalig directeur Hindoeïstisch vormingsonderwijs
Pieter-Matthijs Gijsbers, directeur Comenius
Gert-Jan Segers
Nico Stuij, voormalig directeur stichting HVO
Qader Shafiq, directeur Bureau Wijland
Joost Röselaers, predikant, columnist en medeauteur van het boek ‘De leegte voorbij’
Joachim Duyndam, hoogleraar Humanisme en filosofie, Universiteit van Humanistiek
Erik Idema, directeur uitgever Kwintessens en docent PC GVO