Eigen verantwoordelijkheid bij het vieren van geloof is het nieuwe uitgangspunt nu de ingrijpende maatregelen rond het coronavirus sinds 1 juli versoepeld zijn.
Op 26 maart hebben de gezamenlijke religieuze organisaties in hun eerste communiqué opgeroepen tot matiging van de eredienst in verband met het Covid-19 virus. Toen het kabinet bekendmaakte dat samenkomsten van religieuze of levensbeschouwelijke aard per 1 juni, onder voorwaarden, weer mogelijk waren, stelden de religieuze koepelorganisaties een tweede communiqué op; het in behoedzaamheid vieren van geloof werd het nieuwe uitgangspunt. Nu per 1 juli een verdere versoepeling van bijeenkomsten aan de orde is, roepen de religieuze koepelorganisaties de bij hen aangesloten religieuze instellingen op tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid bij het vieren van hun erediensten. De religieuze organisaties maken op verantwoorde wijze gebruik van hun grondwettelijk geborgde vrijheden om in eigen vorm hun levensovertuiging te belijden en daar invulling aan te geven in hun religieuze samenkomsten en andere (religieuze) activiteiten. Binnen de huidige maatschappelijke context nemen zij daarbij voluit hun verantwoordelijkheid om maatregelen te treffen die nodig zijn om nieuwe grootschalige uitbraken van corona te voorkomen of te beperken. De voorzitters van de Boeddhistische Unie, het Contactorgaan Moslims en Overheid, de Hindoeraad Nederland, en het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken hebben in goed overleg met de minister van Justitie & Veiligheid, die tevens verantwoordelijk is voor de erediensten, de volgende uitgangspunten opgesteld: